Signalering bij jonge kinderen

Signalering bij jonge kinderen

Voorkomen is beter dan genezen. Dit geldt ook voor onderpresteren enĀ verlies van motivatie om te leren. Goede preventie begint bij een goede signalering en kan niet vroeg genoeg gebeuren, zeker niet bij uitzonderlijk begaafde kinderen. De vraag of hoogbegaafde kinderen op jonge leeftijd, dit is de leeftijd van twee tot zes jaar, herkend kunnen worden, is ingebed in het vraagstuk of hoogbegaafdheid is toe te schrijven aan opvoeding of natuur. De meningen hierover zijn verdeeld, maar inmiddels lijkt er consensus te zijn dat hoogbegaafdheid voortkomt uit een combinatie van natuur en opvoeding.

De ontwikkeling van uitzonderlijk begaafde kinderen loopt vaak gevaar in de beginjaren van school door misdiagnose, plaatsing op een onjuist klasniveau en een ernstig tekortschietend curriculum. Volgens Gross (1999) zijn bijkomende factoren hun eigen vroege bewustzijn dat ze verschillen van hun leeftijdgenoten en hun stelselmatige pogingen om hun vermogen te verbergen om geaccepteerd te worden door leeftijdgenoten. Door een gebrek aan scholing van leerkrachten op dit vlak lopen ze het risico dat vroege indicatoren van demotivatie en onderpresteren niet gezien worden. De zeer vroege ontwikkeling van spraak, beweging en lezen bij veel hoogbegaafde jonge kinderen kan gezien worden als een krachtige voorspeller van een ongewoon hoog intellectueel vermogen.

Ouders van hoogbegaafden worden zich al op jonge leeftijd van hun kinderen bewust van de ontwikkelingsverschillen. Toch wordt de kennis van de ouders vaak onderbenut door basisscholen. Informatie die door ouders wordt verstrekt over vroege geletterdheid en rekenvaardigheid bij hun kinderen wordt regelmatig genegeerd of niet geloofd. Een terugkerend punt van aandacht daarbij is dat ouders van hoogbegaafden de neiging hebben om de vaardigheden van hun kinderen eerder te onderschatten dan te overschatten, dit in tegenstelling tot ouders van gemiddeld begaafde kinderen. Kleuterleerkrachten doen er daarom verstandig aan om ouders te her- en erkennen als experts met uitgebreide en significante kennis en ervaring om bij te dragen aan het onderwijs en de ontwikkeling van het jonge kind.