Versnellen

Versnellen

Om hun bijzondere intellectuele potentieel om te kunnen zetten in prestaties, hebben hoogbegaafde kinderen een educatief programma nodig dat qua structuur, tempo en inhoud aanzienlijk verschilt van dat wat de gemiddeld begaafde en bovengemiddelde kinderen wordt aangeboden. Een onderwijsaanpassing die gericht is op aanpassing van het tempo is versnellen. Pressey definieerde educatieve versnelling als “voortgang door een leerprogramma met snelheden hoger of op leeftijden jonger dan gebruikelijk”.

Hierbij kan onderscheid worden gemaakt tussen twee categorieën van versnelling, te weten versnelling op basis van inhoud of op basis van klasplaatsing. Het belangrijkste verschil tussen beide vormen is of de versnellende interventies het aantal jaren dat een leerling in het primair en voortgezet onderwijs spendeert verkort of niet. Van de verschillende interventies die mogelijk zijn, lijkt versnelling een van de meest bruikbare voor uitzonderlijk begaafde leerlingen. Daarbij leert klinische ervaring dat hoe jonger een leerling is wanneer hij wordt versneld, des te gemakkelijker de aanpassing is.

Onderzoek heeft consequent aangetoond dat versnelde kinderen gedurende hun hele academische carrière voordelen ervaren zoals gevorderde academische prestaties en positieve psychosociale effecten. Volgens McClarty  zijn versnelde leerlingen in hun professionele carrière succesvoller, hebben ze een hogere productiviteit, meer prestigieuze beroepen en verdienen ze meer en groeit hun inkomen sneller in vergelijking met oudere, niet-versnelde leeftijdsgenoten met vergelijkbare vaardigheden. Daarom biedt versnelling zowel voordelen op de korte termijn (binnen het onderwijs) als op de lange termijn (op de werkplek).

Het aantal versnellingsvormen is door de jaren heen aanzienlijk uitgebreid en kent inmiddels twintig verschillende vormen. Niet al deze vormen zijn echter toepasbaar in het Nederlandse onderwijssysteem en meer specifiek het Nederlandse basisonderwijs. Om die reden zullen in de onderliggende pagina's alleen de voor Nederland meest relevante vormen besproken worden.