Radicale versnelling

Radicale versnelling (radical acceleration)

Voor een deel van de kinderen met een IQ boven de 145 kan het nodig zijn om meer dan één klas over te slaan, het zogenaamde radicaal versnellen. Uitzonderlijk begaafde kinderen die in hun reguliere klas moeten blijven, lopen het risico op ernstig onderpresteren, intellectuele frustratie, gebrek aan motivatie en sociaal isolement. Radicale versnelling wordt gedefinieerd als elke combinatie van versnellende procedures die ertoe leidt dat een leerling twee (Stanley) of meer jaar (Gross) eerder klaar is met voortgezet onderwijs dan gebruikelijk. Radicaal versnellen is zeker niet voor alle kinderen met een gemeten IQ boven de 145 geschikt, maar vaak lijkt het de enige manier te zijn om een kind geïnteresseerd en uitgedaagd te houden op school. Wanneer radicale versnelling zorgvuldig wordt gepland en gemonitord kan het een zeer succesvolle interventie zijn voor uitzonderlijk begaafde leerlingen die ook sociaal en emotioneel voldoende ontwikkeld zijn

Onderzoek suggereert dat leerlingen met een IQ van 160 (in Nederland betreft dit dus slechts een deel van de groep kinderen met een gemeten IQ boven de 145) en hoger het beste worden bediend door een programma van radicale versnelling met een aantal klasversnellingen op de juiste manier gespreid over de schoolloopbaan van de leerling, aangevuld met onderwerpsgewijze versnelling waar nodig. Hierbij is het belangrijk dat de leerling daarnaast ook in elke fase verrijking krijgt aangeboden. Voor uitzonderlijk en zeer begaafde leerlingen zijn interventies die beperkt blijven tot verrijking en een beperkte mate van versnelling, zoals het overslaan van één klas, vaak niet succesvol als het gaat om het tegengaan van onderpresteren of het verbeteren van hun emotioneel welzijn. Radicale versnelling biedt het uitzonderlijk begaafde kind het intellectuele en sociale gezelschap van kinderen in vergelijkbare stadia van cognitieve en affectieve ontwikkeling. Uitzonderlijk begaafde kinderen die bij leeftijdsgenoten worden ‘vastgehouden’ of slechts één jaar worden versneld, lopen een ernstig risico op afwijzing door leeftijdsgenoten en sociaal isolement.

Terman en Oden betoogden in 1947 al krachtig dat voor de zeer hoogbegaafde kinderen de meer conservatieve versnellingsprocedures, zoals het overslaan van één klas, niet voldoende zijn; ze adviseerden radicale versnelling door verschillende klassen over te slaan, op de juiste manier verdeeld over de schoolloopbaan van de leerling. Daarbij raadden zij aan na iedere klas die overgeslagen was een jaar te consolideren. Tevens adviseren Feldhusen, Proctor en Black (1986) in hun richtlijnen voor klasversnelling van vroegontwikkelde kinderen, om iedere leerling psychometrisch te beoordelen om zijn of haar intellectuele capaciteiten vast te stellen en zich ervan te vergewissen dat het kind daadwerkelijk in staat is aanzienlijk beter te presteren dan het gemiddelde van de ontvangende klas.